Responsive image

3.3. Steun in de vorm van rentesubsidie voor...

Download de app voor meer functionaliteit.

3.3. Steun in de vorm van rentesubsidie voor...

3.3. Steun in de vorm van rentesubsidie voor leningen

26. Om ondernemingen toegang tot liquiditeit te verzekeren wanneer zij plotseling met een tekort te maken krijgen, mag een onder de huidige omstandigheden passende, nodige en doelgerichte oplossing erin bestaan om voor een beperkte periode en een beperkte leensom rentesubsidie te verlenen. Daarnaast kan onder de huidige omstandigheden ook achtergestelde schuld, die bij insolventieprocedures achtergesteld is ten opzichte van gewone senior crediteuren, een geschikte, nodige en doelgerichte oplossing zijn. Dergelijke schuld is een minder verstorend instrument dan eigen vermogen of hybride kapitaal, omdat deze niet automatisch in eigen vermogen kan worden omgezet wanneer de onderneming in going concern is. Daarom moet steun in de vorm van achtergestelde schuld ( 37 ) voldoen aan de desbetreffende voorwaarden van punt 3.3, dat over schuldinstrumenten gaat. Aangezien ondernemingen hierdoor echter meer mogelijkheden krijgen om senior schuld aan te gaan op een wijze die vergelijkbaar is met kapitaalsteun, moeten bovendien een opslag voor kredietrisico en een verdere beperking ten aanzien van het bedrag vergeleken met senior schuld (één derde voor grote ondernemingen en de helft van het bedrag voor kmo’s, als bepaald in punt 27, onder d), i) of ii)) worden toegepast. Achtergestelde schuld die deze plafonds overschrijdt, dient, om een gelijke behandeling te garanderen, te worden beoordeeld aan de hand van de voorwaarden voor COVID‐19-herkapitalisatiemaatregelen die in punt 3.11 worden uiteengezet.

26 bis. Op grond van punt 3.3 toegekende steun mag niet worden gecumuleerd met op grond van punt 3.2 voor de hoofdsom van de onderliggende lening toegekende steun, noch omgekeerd. Op grond van punt 3.2 en punt 3.3 toegekende steun mag voor verschillende leningen worden gecumuleerd op voorwaarde dat het totale bedrag aan leningen per begunstigde de in punt 25, onder d), of punt 27, onder d), bepaalde drempels niet overschrijdt. Een begunstigde kan parallel meerdere maatregelen op grond van punt 3.3 genieten op voorwaarde dat het totale bedrag aan leningen per begunstigde de in punt 27, onder d) en e), bepaalde plafonds niet overschrijdt.

27. De Commissie zal staatssteun in de vorm van subsidies voor overheidsleningen in antwoord op de COVID-19-uitbraak op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a. de leningen mogen worden toegekend tegen een verlaagde rentevoet die ten minste gelijk is aan het basispercentage (eenjaars IBOR of gelijkwaardig, zoals gepubliceerd door de Commissie ( 38 )) dat beschikbaar is hetzij op 1 januari 2020 hetzij op het moment van de aanmelding, vermeerderd met de in de onderstaande tabel vermelde kredietrisico-opslagen ( 39 ):

Soort begunstigde

Kredietrisico-opslag voor het 1e jaar

Kredietrisico-opslag voor het 2e-3e jaar

Kredietrisico-opslag voor het 4e-6e jaar

Kmo’s

25 basispunten

50 basispunten

100 basispunten

Grote ondernemingen

50 basispunten

100 basispunten

200 basispunten

b. als alternatief mogen de lidstaten regelingen aanmelden, waarbij de bovenstaande tabel als basis dient, maar waarbij de looptijd van de lening en de hoogte van de kredietrisico-opslagen mogen worden gemoduleerd: zo mag een forfaitaire kredietrisico-opslag voor de volledige duur van de lening worden gebruikt, als die hoger is dan de minimale kredietrisico-opslag voor het eerste jaar voor elke soort begunstigde, zoals aangepast volgens de looptijd van de lening op grond van deze alinea ( 40 );

c. de leningsovereenkomsten worden uiterlijk 31 december 2021 ondertekend en zijn beperkt tot maximaal zes jaar, tenzij de looptijd overeenkomstig punt 27, onder b), gemoduleerd wordt;

d. voor leningen met een looptijd tot na 31 december 2021 mag het totale bedrag van de leningen per begunstigde niet meer bedragen dan:

het dubbele van de jaarlijkse loonsom van de begunstigde (met inbegrip van de sociale lasten en de kosten van personeel dat op de locatie van de onderneming werkt, maar formeel op de loonlijst van onderaannemers staat) voor 2019 of voor het laatste jaar waarvoor dit bedrag bekend is. Bij op of na 1 januari 2019 opgerichte ondernemingen mag het maximumbedrag van de lening niet hoger zijn dan de geraamde jaarlijkse loonsom voor de eerste twee exploitatiejaren; of

ii. 25 % van de totale omzet van de begunstigde in 2019; of

iii. met een door de lidstaat aan de Commissie te verstrekken passende motivering (met betrekking tot bijvoorbeeld de kenmerken van bepaalde soorten ondernemingen) mag het bedrag van de lening worden verhoogd om de liquiditeitsbehoeften vanaf het moment van toekenning te dekken voor de komende 18 maanden voor kmo’s ( 41 ) en voor de komende 12 maanden voor grote ondernemingen. De liquiditeitsbehoeften moeten door de begunstigde via zelfcertificering worden vastgesteld ( 42 );

e. voor leningen met een looptijd tot 31 december 2021 mag het bedrag van de hoofdsom van de lening hoger zijn dan vermeld in punt 27, onder d), indien de lidstaat de Commissie daarvoor een passende motivering geeft en mits de evenredigheid van de steun gewaarborgd blijft en door de lidstaat aan de Commissie wordt aangetoond;

f. de lening moet investerings- en/of werkkapitaalbehoeften betreffen;

g. de lening mag niet worden toegekend aan ondernemingen die op 31 december 2019 al in moeilijkheden verkeerden (in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening ( 43 )).

in afwijking van het bovenstaande kan steun worden verleend aan micro- of kleine ondernemingen (in de zin van bijlage I bij de algemene groepsvrijstellingsverordening) die op 31 december 2019 reeds in moeilijkheden verkeerden op voorwaarde dat zij volgens het nationale recht niet aan een collectieve insolventieprocedure zijn onderworpen en dat zij geen reddingssteun ( 44 ) of herstructureringssteun ( 45 ) hebben ontvangen;

27 bis. Schuldinstrumenten die bij insolventieprocedures achtergesteld zijn ten opzichte van gewone senior crediteuren, kunnen worden toegekend tegen verlaagde rentevoeten, die ten minste gelijk zijn aan het basispercentage en de in de tabel in punt 27, onder a), vermelde kredietrisico-opslagen vermeerderd met 200 basispunten voor grote ondernemingen en met 150 basispunten voor kmo’s. De alternatieve mogelijkheid van punt 27, onder b), is voor die schuldinstrumenten van toepassing. Ook punt 27, onder c), punt 27, onder f), punt 27, onder g), en punt 27, onder g bis), moeten in acht worden genomen. Indien het bedrag aan achtergestelde schuld de beide volgende plafonds overschrijdt ( 46 ), wordt de verenigbaarheid van het instrument met de interne markt in overeenstemming met punt 3.11 bepaald:

i. twee derde van de jaarlijkse loonsom van de begunstigde voor grote ondernemingen en de jaarlijkse loonsom van de begunstigde voor kmo’s, als bepaald in punt 27, onder d), i), en

ii. 8,4 % van de totale omzet van de begunstigde over 2019 voor grote ondernemingen en 12,5 % van de totale omzet van de begunstigde over 2019 voor kmo’s.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.